2018 VDP

AANRIJDING MET STEWARD HOUDT VAN DER POEL NIET VAN ZEGE

Zes op zes voor Mathieu van der Poel in deze editie van de Telenet Superprestige en ook een vijfde opeenvolgende triomf – zelfs acht met de jeugdreeksen erbij – in Diegem. Een verrassing kan je het gezien de waardeverhoudingen deze winter niet noemen, al kwam de Europese kampioen deze keer met een steward iets voor half koers wel een onverwachte hindernis tegen die hij niet kon ontwijken.

En het was al niet super begonnen voor de autoritaire leider in het klassement. “De weg lag er gladder bij dan ik had verwacht en bij het afzetten schoof ik weg waardoor ik niet op snelheid kwam”, gaf hij als verklaring voor zijn matige start die hem pas rond plaats vijftien in het veld bracht. Wat overigens nog altijd een tiental plaatsen beter was dan Wout van Aert.

De wereldkampioen stond meteen voor een lange inhaalrace, Van der Poel van zijn kant kon vrij vlot opschuiven en nestelde zich in een ruime kopgroep met Laurens Sweeck, Michael Vanthourenhout, Lars van der Haar, Quinten Hermans, Toon Aerts, Tim Merlier en Daan Soete. Van der Poel en Vanthourenhout bleken al snel over de beste benen te beschikken en konden zich afscheiden van de rest. In het zand demonstreerde Van der Poel, zodat hij alweer op weg leek naar een vlotte overwinning na een lange solo.

Tot het incident in ronde vier. Een steward wilde een op het parcours terechtgekomen bril verwijderen en werd verrast door de aanstormende Van der Poel, die vol op de man reed en vervolgens meteen naar de nek greep.

“Ik voelde het kraken op het moment van de impact”, zei Van der Poel achteraf. “Die nek zal morgen dus wel goed stijf zijn, maar die man heeft dat uiteraard niet met opzet gedaan. Ik zag hem twijfelen, dacht dat hij zou blijven staan, maar op het laatste moment maakte hij toch nog een beweging. Daarna ben ik op geen enkel moment nog echt goed in mijn ritme gekomen. Ik reed wel zo snel mogelijk opnieuw tot bij Michael, maar daarna probeerde ik toch even te bekomen van het gebeuren. Later in de wedstrijd reed ik ook nog eens tegen een paaltje, wat me een gescheurde broek en een schaafwonde opleverde. Kortom, een incidentrijke cross, waardoor ik heel blij ben dat ik die toch kon winnen. Zes op zes in de Superprestige, een acht op acht aan het einde van de rit zou wel heel leuk zijn.”

Michael Vanthourenhout: “Plots zag ik Mathieu liggen”

Michael Vanthourenhout bekroonde zijn knappe prestatie met een mooie tweede plaats, op veertien seconden van Van der Poel. “Ik had net een moeilijk moment toen ik na een bocht plots Mathieu zag liggen, ik heb dus niet gezien wat er precies gebeurd is. Het heeft mij in ieder geval geholpen om die tweede plaats te pakken. Ik kwam even opnieuw aan de leiding, maar vooral was het meegenomen dat ik na de terugkeer van Mathieu nog een tijdje bij hem kon blijven. Daardoor heb ik het verschil met de renners achter mij zeker wat kunnen uitdiepen.”

“Of dit een indicatie kan zijn voor het BK over twee weken is moeilijk te zeggen. Daar zal hoe dan ook de vorm van de dag bepalend zijn. Vandaag zat het wat dat betreft goed bij mij, maar zelfs al is dat in Kruibeke ook het geval, dan nog wordt het een totaal andere wedstrijd. Zonder Mathieu mag je een veel meer gesloten koers verwachten. Deze prestatie geeft me wel een boost om nog twee weken keihard te werken naar de titelstrijd toe.”

De strijd voor de derde podiumplaats werd in de slotronden uitgevochten door Toon Aerts, Lars van der Haar en de na zijn slechte start teruggekeerde Van Aert. In de op één na laatste ronde maakte Aerts het verschil, in de slotronde volgde Van der Haar diens voorbeeld om Van Aert naar plaats vijf te verwijzen.

Foto’s: ©Photopress.be/Tekst: Filip De Greef

2018 Cant

TACTISCH STERKE CANT WINT EN WORDT LEIDSTER

Na een uitermate boeiende wedstrijd heeft Sanne Cant een tweede opeenvolgende zege geboekt in de Superprestige Ladies Trophy. In de slotfase bleek ze vooral tactisch sterker dan Annemarie Worst, Denise Betsema en Eva Lechner. De wereldkampioene wordt ook leidster in de stand, met één punt voorsprong op Worst.

Tumultueuze openingsfase met al meteen een valpartij van een tiental rensters in de sprint richting eerste bocht. Op de snel volgende schuine kant gingen Ellen Van Loy en Sanne Cant onderuit, waardoor de best gestarte Eva Lechner en Annemarie Worst al meteen een mooie voorsprong konden nemen. Net voor de trap richting laatste rechte lijn maakte Lechner een slipper, waardoor ze het contact verloor. Denise Betsema en Ceylin del Carmen Alvarado volgden op een vijftal seconden, Cant kwam door als tiende, vier plaatsen beter dan klassementsleidster Alice Maria Arzuffi, die uiteindelijk pas vijftiende zou worden.

De schuine kant bleef voor spektakel zorgen. Een foutje van Worst in ronde twee gaf Lechner de kans om weer aan te sluiten, onder meer Cant verloor opnieuw heel wat terrein. Toch bleek de wereldkampioene in orde, want al snel kwam ze opnieuw aansluiten in het eerste achtervolgende groepje met Betsema, Alvarado, Nikki Brammeier, Laura Verdonschot en Maud Kaptheijns.

Lechner buigt in slotronde

Worst en Lechner hadden ondertussen al zo’n vijftien seconden voorsprong verzameld. Een nieuwe moeilijke passage op de schuine kant deed Worst in één klap acht seconden verliezen ten opzichte van de Italiaanse kampioene. De Europese kampioene zag stilaan zelfs Kaptheijns, Cant en Betsema naderen. Lechner ging als leidster de slotronde in, maar Cant en Betsema volgden op amper vijf seconden. Worst leek even het beste te hebben gehad, maar deze keer liet een perfecte passage op de schuine kant haar toe om weer aan te sluiten bij het achtervolgende duo en met zijn drieën slaagden ze er ook in om Lechner bij te benen.

Op een ideaal moment eiste Cant de leidersplaats op, in het park gaf ze met een hoog tempo niemand de kans om nog terug te slaan en in de laatste rechte lijn sprintte ze vlot naar de winst en de leidersplaats. “Het is heel leuk om de laatste cross van het jaar te winnen, zeker omdat ik er hard moest voor strijden”, stelde Cant. “Ik vond het nodig om twee keer dwars te gaan staan op de schuine kant, waardoor ik heel wat plaatsen en tijd verloor. Ik kon vervolgens vrij vlot naar het groepje met onder meer Betsema rijden, daarna was het Maud Kaptheijns die de kloof naar Worst grotendeels dichtte. Het was met hangen en wurgen dat ik in haar wiel kon blijven, maar ik kon vervolgens toch zelf het laatste gaatje dichten.”

“Toen reed Lechner nog een eindje voor ons uit en het was pas een eind ver in de slotronde dat we ook haar konden bijbenen. Ik probeerde na die lange inhaalrace even te bekomen en kort na de balkjes begon ik op te schuiven, waarna ik de leiding nam in het vooruitzicht van een strook waar het nagenoeg onmogelijk is om in te halen. Na nog een kort recuperatiemoment daar was het dan alle registers open richting finish.”

Foto’s: ©Photopress.be/Tekst: Filip De Greef